Men zegt soms met een boutade dat de beste bank de rechtbank is omdat men daar interesten toekent die je bij de reguliere bank nooit zal behalen.

Deze uitspraak bevat toch een grond van waarheid, blijkt meer en meer.

B2B

De Wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties voorziet dat het loutere verstrijken van de overeengekomen/contractuele of wettelijke betalingstermijn in handelstransacties (i.e. tussen ondernemingen onderling en tussen ondernemingen en de overheid) nalatigheidsinteresten lopen.

Indien er contractueel geen bepaalde interestvoet wordt voorzien in geval van laattijdige betaling van je facturen door je klant, ben je volgens deze wet gerechtigd op een referentie-interestvoet (deze die door de ECB wordt aangerekend voor basisherfinanciering), ver­meerderd met 8 procent en afgerond tot het hogere halve procentpunt.

Gedurende jaren was dit bedrag bepaald op 8%. Ten gevolge van de inflatie werd deze verhoogd naar naar maar liefst 10,5% vanaf 1 januari 2023. Vanaf 1 juli 2023 werd dit verhoogd naar 12% en sedert 1 juli 2024 bedraagt deze maar liefst 12,5%!

Deze interestvoet begint in principe te lopen vanaf de vervaldag, waardoor het versturen van een ingebrekestelling in principe niet noodzakelijk is, tenzij je algemene voorwaarden voorzien dat er niet automatisch sprake is van het verschuldigd zijn van de interesten en het schadebeding, waardoor een aanmaning noodzakelijk is.

De boodschap is dus (zoals steeds) om je algemene voorwaarden hierop te voorzien.

B2C

Ook B2C is de is “normale” wettelijke interestvoet gestegen. Deze is o.m. van toepassing burgerlijke en in handelszaken met particulieren/consumenten. Deze interestvoet wordt evenwel slechts eenmaal per jaar vastgelegd (en dus niet per semester).

Voor 2023 bedraagt de wettelijke interestvoet 5,25%, voor 2024 5,75, waar deze in 2022 slecht 1,5% bedroeg.

In B2C-verhoudingen is het wel noodzakelijk om een ingebrekestelling te verzenden om de interesten te doen lopen en schadebedingen moeten wederkerig zijn (lees: er moet een sanctie voor de onderneming aan verbonden zijn bij wanprestatie, anders kan dit schadebeding niet worden gevorderd.